dinsdag 17 november 2015

Montage ontdekt: Come along. Do!

De eerste films waren kermisattracties. De filmers begonnen met het filmen van alledaagse gebeurtenissen. Maar al snel ging men het spannend maken. Een aanstormde trein bijvoorbeeld, wat tot gevolg had dat het publiek wegdook uit angst voor het "gevaar" en daar van genoot.  Die films werden vertoond zoals ze opgenomen waren. Als de film in de camera op was, was de film klaar. Het ging per slot van rekening alleen maar om de verbazing of de schrik van de bewegende beelden. 
Maar hoe veel mooier werd film toen er ook films met verhaaltjes kwamen! Nu is het vertellen van een verhaal in één lang shot erg lastig. Of er komt geen verhaal, of het gaat allemaal veel te lang duren. Dus ging men experimenteren met films die uit meerdere shots bestonden. Vanaf dat moment werd de montage steeds belangrijker. De eerste mogelijkheid van montage die men ontdekte was dat je de tijd kon laten opschieten. Je kon stukken van de handelingen overslaan zonder dat het publiek daar problemen mee had. Later zijn de mogelijkheden van montage natuurlijk enorm uitgebreid.

In de film "Come along. Do!" uit 1889 van Robert W. Paul is voor zover bekend voor de eerste keer gebruik gemaakt van montage. Het is een comedy (lachen werd al heel snel belangrijk in de film, gelukkig) die uit twee shots bestaat. Helaas is het tweede shot verloren gegaan. Alleen enkele stills zijn nog over. In het eerste shot zit een stel buiten op een bankje. Dan gaan ze een museum in. In het tweede shot zijn we "ineens" in het museum. Daarvan zien we alleen de stills. Wat mij het meest verbaast, is dat het publiek vanaf het begin niet verbaasd of zelfs geëergerd reageerde op een "vertekende" werkelijkheid, waarbij ze ineens een stuk van de actie die ze kennen niet mogen zien. Van het begin af aan werd dit als vanzelfsprekend aanvaard. Het publiek leerde dus kennelijk gelijk op met de filmers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten